Een overzicht van de belangrijkste stappen en voorwaarden
1. De opdrachtgever moet jouw werk exploiteren.
Het auteursrechtelijk beschermde werk dat jij hebt gemaakt, moet je opdrachtgever exploiteren. Dat wil zeggen dat je opdrachtgever het werk daadwerkelijk gebruikt of de bedoeling heeft om het werk te gebruiken.
Dat gebruik kan de vorm hebben van een publieke mededeling, een openbare opvoering of een reproductie. Het is dus belangrijk dat jij je rechten overdraagt, of een licentie verleent aan je opdrachtgever, zodat die aan de slag kan met jouw werk.
Kortom: het ‘publiek’ moet je werk zien. Heeft je opdrachtgever niet de bedoeling om je werk te exploiteren? Dan kan je hiervoor geen auteursvergoeding ontvangen.
2. Je moet de exploitatierechten of auteursrechten als auteur op voorhand, expliciet en schriftelijk toekennen. Hetzelfde voor de vergoeding voor de auteursrechten.
Aan wie ken je auteursrechten toe en wat mag ermee gebeuren? Verleen je een licentie op je rechten, of draag je ze allemaal over? Daar moeten schriftelijke afspraken over zijn, op voorhand. Dat geldt ook voor het bedrag dat tegenover die auteursrechten staat en de verdeelsleutel die je hanteert.
Die verdeelsleutel was tot en met 2024 vastgelegd op 60/40 voor creatieve prestaties die beschermd zijn door het auteursrecht: 60% beroepsinkomsten, 40% auteursrechten. Sinds 1 januari 2025 is dat 70/30.
‘t Is dus belangrijk dat er zwart-op-wit heel wat vastgelegd is over jouw rechten en de vergoeding die daarbij hoort.
3. Die vergoeding voor auteursrechten moet jij afzonderlijk vermelden op de factuur, inclusief het juiste btw-tarief (soms 6%, soms 21%).
Een auteursvergoeding moet je correct vermelden op je factuur, inclusief de juiste btw-percentages.
Zo vallen de meeste inkomsten uit auteursrechten onder de 6% btw-regeling, maar je beroepsinkomsten onder 21% btw.
4. Jouw opdrachtgever moet de roerende voorheffing berekenen, inhouden, aangeven en doorstorten aan de fiscus, binnen de 15 dagen na factuurdatum.
Een auteursvergoeding wordt anders belast: de wet legt vast dat inkomsten uit auteursrechten roerende inkomsten zijn en daar moet de roerende voorheffing voor berekend worden. (Hoor je het in Keulen donderen? Hier vind je meer uitleg.)
Jij als uitvoerder van de opdracht moet die niet berekenen, da’s werk voor je opdrachtgever. Dus stuur je een factuur met auteursrechten? Dan moet je opdrachtgever de roerende voorheffing berekenen, inhouden en tijdig doorstorten naar de fiscus.
5. Jouw opdrachtgever moet elk jaar een fiche opmaken voor het totale bedrag dat hij jou in auteursrechten betaalde.
Ontving je een vergoeding in auteursrechten? Dan volgt er nog een fiscale fiche 281.45. Alweer zo’n taakje voor je opdrachtgever, want die moet de fiche opstellen, indienen en aan jou bezorgen.
Dus factureerde je auteursrechten aan verschillende opdrachtgevers? Dat moet je van hen elk afzonderlijk ook die fiche 281.45 ontvangen.
Oh ja, aan het opstellen en indienen van die fiche hangt een strikte deadline vast.
Samengevat: het kan, maar ‘t is niet eenvoudig
Dus ja, je kan je auteursrechten zelf regelen. Maar snap je waarom de meeste freelancers dat niet graag zelf doen? En waarom opdrachtgevers daar niet voor staan te springen? Zonde, want zo laten freelancers elke maand weer centen liggen.
Wil je wel aan de slag gaan met je auteursrechten, maar dan zonder die administratieve rompslomp? Klop eens aan bij Creative Shelter. Wij nemen het graag van je over.
Niet zeker of je in aanmerking komt voor een auteursvergoeding? Doe de 'Kom ik in aanmerking'-test en ontdek het snel.
