Wie auteursrechten overdraagt of toekent aan anderen, kan daar een fiscaal voordeel mee doen dankzij de auteursrechtvergoeding en het fiscale regime waaraan die onderworpen is.
Sinds 2008 worden de inkomsten uit auteursrechten, zoals verkregen uit de cessie of concessie van die rechten, geacht roerende inkomsten te zijn (art. 17, §1, 5° WIB 92).
Voor die inkomsten geldt een verlaagd belastingtarief.
De belasting op roerende inkomsten, de roerende voorheffing, bedraagt vandaag nog steeds 15% (art. 171, 2°bis WIB 92).
Je auteursrechten overdragen of toekennen, kan dus een duidelijk belastingsvoordeel opleveren in vergelijking met andere inkomsten zoals uit arbeid. Dat is des te meer het geval aangezien er ook geen sociale bijdragen op verschuldigd zijn en ze ook niet aan een progressieve belastingvoet onderworpen zijn.
Natuurlijk heeft de wetgever hier een aantal grenzen aan gesteld waar je als auteur beter rekening mee kan houden. Zo is er onder meer een bovengrens bepaald en zijn er regels omtrent de verdeelsleutel tussen de inkomsten uit auteursrechten en de inkomsten uit prestaties. Er zijn ook een aantal risico’s en obstakels waar je als auteur beter rekening mee houdt. Wie er graag even de wetteksten bij neemt, kan dat hier doen.
Op zoek naar informatie over de hervorming van het auteursrecht? Op deze pagina lees je alles over het begrotingsakkoord.