Over auteursrechten en de verdeelsleutel
Wie auteursrechtelijk beschermd werk maakt, kan daar een vergoeding voor ontvangen. Omdat die vergoeding voor auteursrechten lager wordt belast dan je beroepsinkomsten, kan je daar heel wat extra netto aan overhouden.
Je werk bestaat deels uit uitvoerend werk (lees: schrijven, filmen, editen…) en deels uit auteursrechten, dus mag ook maar een deel van je inkomsten bestaan uit een auteursvergoeding. Daarom is er de verdeelsleutel: die bepaalt welk percentage van je inkomsten uit een vergoeding voor auteursrechten mag bestaan.
Hoe was het vroeger?
Tot en met 2023 gold de verdeelsleutel 50/50. Dat wil zeggen dat een creatieve prestatie voor de helft werd beschouwd als beroepsinkomsten, de andere helft als een vergoeding voor auteursrechten. Maar da’s dus passé.
Sinds de aankondiging van de wetswijziging en de inperking van het toepassingsgebied, is er wel wat veranderd.
- De IT-sector viel uit de boot.
- Er werd een overgangsregeling in het leven geroepen: de verdeelsleutel van 50/50 werd 60/40 in 2024 en 70/30 in 2025.
Auteursrechten in 2025? Zo gaat het in zijn werk!
Op 1 januari 2025 ging de laatste fase van de overgangsregeling van start: de verdeelsleutel werd officieel vastgeklikt op 70/30. Lees: minimum 70% beroepsinkomen en maximum 30% auteursrechten.
Die verdeelsleutel is van toepassing voor iedereen die creatief en auteursrechtelijk beschermd werk maakt en daar een vergoeding voor ontvangt.
Wat betekent dat concreet?
Het fiscale voordeel krimpt, want het percentage van je inkomsten dat voordelig belast wordt, verkleint. Maar ook al is het voordeel kleiner, het is en blijft een duidelijk voordeel. Auteursrechten verzilveren als freelancer is dus altijd een goede move om je belastingen de kop in te drukken.
Want zeg nu zelf, wie staat er te springen om meer belastingen te betalen dan nodig, niemand toch?
Meer weten over het fiscale gunstregime voor auteursrechten? Lees de blog ‘Minder belastingen op auteursrechten: hoe werkt dat precies?’.